Schoolondersteuningsprofielen

Picture-Taker-BXfag6
Inmiddels mocht ik rond de eenentwintig basisscholen helpen bij het maken van hun schoolondersteuningsprofiel.
Saai? Welnee! Het is namelijk een bijzondere ervaring om schoolmedewerkers van weinig tot zeer enthousiast te horen vertellen over hun werk. Sommigen zijn zo openlijk trots op wat ze bereiken op hun school dat ik er blij van word. Daarnaast vind ik het boeiend om een kijkje te kunnen nemen in al die verschillende keukens en te zien hoe het staat met de invoering van passend onderwijs op de werkvloer.

Wat ik zoal gezien heb? In de gesprekken worden de basisondersteuning, de extra ondersteuning en de ambities van scholen tegen het licht gehouden en dit levert spannende discussies op over kansen en grenzen aan de mogelijkheden. Mooi is te zien hoe het gesprek over passend onderwijs in de schoolteams op gang komt door deze aanpak en dat meningen worden gevormd en genuanceerd. De meest gehoorde conclusie is: de individuele leerling met zijn mogelijkheden in combinatie met de mogelijkheden van de leerkracht, de groep en de school zijn leidend voor ons beleid op passend onderwijs. Klinkt logisch, maar behoeft wat mij betreft zeker nog uitwerking in een volgend blogbericht…
Ik zie dat passend onderwijs al flink in de schoolpraktijk aan het indalen is. De mate waarin verschilt wel per school. Daarom is het aardig om de inhoud van de gesprekken met directies en teamleden per school te vergelijken. De uitkomsten variëren van gesprekken met een identieke strekking tot beelden van teamleden die haaks staan op die van hun directie.
Schoolteams kunnen bang zijn om ‘kleur te bekennen’ met hun profiel. Waarschijnlijk speekt hierbij de angst om zich vast te pinnen aan specifieke problematiek bij kinderen een rol: “Als we kiezen voor de begeleiding van kinderen met autisme, krijgen we dan alle autistische kinderen uit de wijk op onze school? Want als dat zo is dan zetten we dat liever niet in ons profiel.”
Wat mij na al die jaren werken aan de invoering van passend onderwijs nog steeds verbaast is het imago van deze onderwijsontwikkeling. Waar hard gewerkt wordt om de kinderen en de leraren volop mogelijkheden te bieden om zich te ontwikkelen, is er nog steeds scepsis. Zoals Kees van der Wolf en enkele ‘volgelingen’ het met elkaar eens zijn: passend onderwijs is niets meer of minder dan goed onderwijs. Daar kan toch niemand op tegen zijn?
Nou, het goede nieuws dat ik van al mijn gesprekspartners inzake de profielen te horen krijg is dat zij voor goed onderwijs zijn! Wel is er de vaak terugkerende vraag hoe met teruglopende middelen het goede onderwijs passend georganiseerd kan (blijven) worden. Deze vraag heeft zowel betrekking op de organisatie van passend onderwijs in de school als ook op de buitenwereld van besturen en samenwerkingsverbanden. Gevolg is dat er nog steeds flink gebakkeleid wordt over grenzen van mogelijkheden en geldstromen. Ik vind het begrijpelijk, maar ook jammer dat deze ‘middelendiscussie’ het inhoudelijke gesprek blijft overschaduwen. Hier ligt een belangrijke uitdaging voor mij als adviseur en om mijn inspiratie hiervoor vast te houden grijp ik terug naar een lezing van mijn beroemde voorvader Samuel Sarphati (1851). ‘Hij beklaagde zich niet over onbegrip of tegenwerking, maar betoogde dat tegenstand onmisbaar en nuttig was’

Tot slot wil ik nog even stilstaan bij een andere vraag die regelmatig de kop opsteekt: wat gaat er straks met ons profiel gebeuren?
De schoolondersteuningsprofielen worden ‘op elkaar gelegd’ om zo een analyse op bestuursniveau te maken. Met die analyse in de hand kunnen schoolbesturen in de samenwerkingsverbanden hun standpunt laten zien ten aanzien van hun niveau van basisondersteuning en extra ondersteuning. Vervolgens worden er door het samenwerkingsverband ondersteuningsplannen gemaakt worden waarin onder meer de regionale dekking van expertise in kaart is gebracht. Hoe dit in de praktijk zal uitwerken? Dat is een vraag waarop ik ook nog geen antwoord heb. Er bestaan grote regionale verschillen in samenwerking tussen besturen en samenwerkingsverbanden. We zijn op weg naar passend onderwijs, maar deze grootscheepse exercitie vraagt voorlopig nog veel inzet van alle partijen: van de politiek tot aan de werkvloer en, als je het mij vraagt, vice versa. Het is maar goed dat ik daar ook een bijdrage aan mag leveren!