Tussenvoorzieningen in perspectief
25/03/13 Filed in: Passend Onderwijs | Tussenvoorziening
Sinds 1998 ben ik proefondervindelijk de meerwaarde aan het onderzoeken van tussenvoorzieningen in het kader van passend onderwijs.
In die tijd noemden we ze nog geen tussenvoorzieningen, maar speciale groepen of groep-in-school. Passend onderwijs was zoiets als het realiseren van een kwalitatief onderwijsaanbod en bijbehorende randvoorwaarden om maximale integratie van leerlingen met een handicap binnen het regulier onderwijs waar te maken. Met een zogeheten Rugzak konden leerlingen onder meer terecht in de groep-in-school.
De eerste groep-in-school bood plaats aan leerlingen met ernstige spraaktaalmoeilijkheden en startte in augustus 1998 in Almere. Een paar maanden later opende een tweede groep-in-school zijn deuren voor leerlingen met een ZML-indicatie.
De winst voor de kinderen zat hem over het algemeen in het thuisnabij aanbod van speciaal onderwijs in een reguliere schoolomgeving. Bijkomend voordeel waren de ruime integratiemogelijkheden van speciaal naar regulier en vice versa.
De meeste leerlingen zaten er goed op hun plaats, afgaand op het welzijn van de kinderen, hun vorderingen en de tevredenheid van ouders.
Voor sommige kinderen lag het anders. De groep-in-school sloot te veel of te weinig aan bij wat nodig was. Het voordeel van de tussenvoorziening was in die gevallen: flexibiliteit in de organisatie en expertise dichtbij de leerling. Hierdoor realiseerden we in zo min mogelijk tijd overplaatsing naar een meer aansluitende, passend onderwijsplek.
Inmiddels is het 2013 en de wereld ziet er anders uit.
Er zijn veel meer tussenvoorzieningen in het land opgezet. Niet alleen meer in het primair onderwijs, maar ook in het voortgezet en beroepsonderwijs. Veel van deze voorzieningen draaien nog steeds als ‘pilot’. Dit roept twee vragen bij mij op:
Blijkbaar zien ook anderen in het veld de meerwaarde al in van deze vorm van passend onderwijs...